Artikelen

Tijdschrift Contracteren
Casus

De nieuwe groepsvrijstelling verticale overeenkomsten: de contractspraktijk op de schop?

Trefwoorden mededinging, distributie, groepsvrijstelling, overeenkomst
Auteurs Mr. M.J. van Joolingen en Mr. D.T.A. Noordeloos
  • Samenvatting

      Op 1 juni jongstleden heeft de Europese Commissie de regelgeving voor verticale overeenkomsten, zoals distributie, franchise en agentuur gewijzigd. In dit artikel zal een toelichting worden gegeven op de voor de praktijk meest belangrijke veranderingen die de komst van de deze nieuwe groepsvrijstelling met zich meebrengt. De nieuwe groepsvrijstelling neemt de contractspraktijk niet op de schop. Er zijn wel een aantal voor de contractspraktijk belangrijke praktische veranderingen doorgevoerd. Ook bestaande overeenkomsten dienen in lijn te worden gebracht met deze nieuwe regelgeving.

  • Auteursinformatie

    Mr. M.J. van Joolingen

    Mr. M.J. van Joolingen is advocaat bij Banning te Den Bosch.

    Mr. D.T.A. Noordeloos

    Mr. D.T.A. Noordeloos is advocaat bij Banning te Den Bosch.

Tijdschrift Vennootschap & Onderneming
Artikel

Het beëindigen van overnamecontracten door de koper in crisistijd

Trefwoorden overnamecontracten, economische crisis, onvoorziene omstandigheden, MAC-clausule
Auteurs Mr. S.S.D. Nizamoeddin
  • Samenvatting

      In deze bijdrage wordt ingegaan op een tweetal mogelijke escapes voor de koper uit een door de economische crisis onaantrekkelijk geworden overnametransactie. De revue zullen passeren het leerstuk van onvoorziene omstandigheden en de zogenoemde material adverse change-clausule.

  • Auteursinformatie

    Mr. S.S.D. Nizamoeddin

    Mr. S.S.D. Nizamoeddin is werkzaam als advocaat bij Loyens & Loeff.

Tijdschrift Vennootschap & Onderneming
Artikel

De aanbevelingen van de commissie-De Wit

Trefwoorden aanbevelingen commissie-De Wit, beloningsbeleid
Auteurs Mr. J.P. Kreule
  • Samenvatting

      In deze bijdrage bespreekt de auteur de aanbevelingen van de commissie-De Wit, waarbij met name wordt ingegaan op de aanbevelingen met betrekking tot het beloningsbeleid en de bedrijfsvoering.

  • Auteursinformatie

    Mr. J.P. Kreule

    Mr. J.P. Kreule is advocaat bij Loyens & Loeff.

Tijdschrift Vennootschap & Onderneming
Artikel

De nieuwe oproepingstermijn en registratiedatum – enkele praktische beschouwingen

Trefwoorden oproepingstermijn, registratiedatum, richtlijn aandeelhoudersrechten
Auteurs Mr. J.G. Thijssen en Mr. W.T. Bongartz
  • Samenvatting

      De auteurs bespreken in deze bijdrage de wijze waarop de Nederlandse wetgever invulling heeft gegeven aan de implementatie van met name de oproepingstermijn en registratiedatum die onder de richtlijn aandeelhoudersrechten verplicht worden voor beursgenoteerde NV’s.

  • Auteursinformatie

    Mr. J.G. Thijssen

    Mr. J.G. Thijssen is werkzaam als advocaat bij Clifford Chance.

    Mr. W.T. Bongartz

    Mr. W.T. Bongartz is werkzaam als advocaat bij Clifford Chance.

Tijdschrift Markt & Mededinging
Artikel

Informatie-uitwisseling en het mededingingsrecht

Trefwoorden informatie-uitwisseling, richtsnoeren horizontale samenwerkingsovereenkomsten, coördinatie, markttransparantie, vergeldingsmaatregelen
Auteurs Mr. C.E. Schillemans
  • Samenvatting

      De Europese Commissie publiceerde onlangs voor consultatiedoeleinden ontwerprichtsnoeren inzake de toepasselijkheid van artikel 101 VWEU op horizontale samenwerkingsovereenkomsten. De ontwerprichtsnoeren bevatten een apart hoofdstuk over informatie-uitwisseling tussen concurrenten. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds – als doelbeperking gekwalificeerde – uitwisselingen van informatie over toekomstige prijzen en hoeveelheden, en anderzijds uitwisselingen van overige informatie waarbij de vraag is of die de mededinging kunnen beperken als gevolg van toegenomen markttransparantie. Bij de eerste categorie van informatie-uitwisselingen kan het gaan om kartels en onderling afgestemde feitelijke gedragingen en bij de laatste categorie van informatie-uitwisselingen gaat het veelal om structurele en georganiseerde uitwisseling van informatie tussen concurrenten, bijvoorbeeld in het kader van een branchevereniging.

  • Auteursinformatie

    Mr. C.E. Schillemans

    Mr. C.E. Schillemans is advocaat bij Allen & Overy in Amsterdam.

Tijdschrift Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Jurisprudentie

Van Auroux/Roanne naar Müller/Wildeshausen: waar ligt de grens van de aanbestedingsplicht bij gebiedsontwikkeling?

Trefwoorden overheidsopdracht, gebiedsontwikkeling, gronduitgifte, publiekprivate samenwerking
Auteurs Mr. G. ‘t Hart en Mr. H.S.J. Albers
  • Samenvatting

      In zijn Müller-arrest heeft het Hof van Justitie van de Europsese Unie (hierna: Hof van Justitie) duidelijk aangegeven onder welke omstandigheden welke onderdelen van een gebiedsontwikkeling Europees moeten worden aanbesteed. De ontwikkeling en realisatie van vastgoed met een private bestemming hoeft in beginsel niet mee te worden aanbesteed met de publieke delen, indien aanbestedende dienst en ontwikkelaar vasthouden aan hun eigen rol.

  • Auteursinformatie

    Mr. G. ‘t Hart

    Mr. G. ’t Hart is advocaat bij Houthoff Buruma.

    Mr. H.S.J. Albers

    Mr. H.S.J. Albers is advocaat bij Houthoff Buruma.

Tijdschrift Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Artikel

Het Nederlandse voorstel voor implementatie van de gewijzigde Europese regels voor elektronische communicatie

Trefwoorden elektronische communicatie, nieuwe Regelgevende Kader, NRF, New Regulatory Framework
Auteurs Mr. G.P. van Duijvenvoorde
  • Samenvatting

      Op 26 november 2009 is het gewijzigde Europese kader voor elektronische communicatie in werking getreden. Met twee richtlijnen worden de richtlijnen die sinds 2002 het regelgevingskader vormden, gewijzigd om beter te zijn toegesneden op de technologische en marktontwikkelingen. Een voorbeeld van een technologische ontwikkeling is het snel toegenomen gebruik van mobiele data, als gevolg van bijvoorbeeld ‘internetten’ of films bekijken via de mobiele telefoon. Om tegemoet te komen aan deze ontwikkeling is nodig dat er voldoende frequentieruimte beschikbaar is, maar ook dat wordt gewaarborgd dat gebruikers zoveel mogelijk ongeacht de aard en omvang van hun gebruik internet kunnen (blijven) gebruiken (netneutraliteit). Daarnaast betrof een van de discussiepunten bij de voorbereiding van het gewijzigde Europese kader de bescherming van gebruikers bij het afsluiten van het gebruik van internet en is het in het definitieve Europese kader op dit punt tot een compromis gekomen. Naast de wijzigingen in de richtlijnen is ook met een verordening een nieuw orgaan van Europese regelgevers onder de naam BEREC opgericht om te adviseren aan de Commissie en de nationale toezichthouders.

  • Auteursinformatie

    Mr. G.P. van Duijvenvoorde

    Mr. G.P. van Duijvenvoorde is als advocaat werkzaam bij KPN Telecom te Den Haag en is gastdocent bij de afdeling E-law@leiden van de Universiteit Leiden.

Tijdschrift Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Artikel

Steunmaatregelen voor ziekenhuizen en diensten van algemeen economisch belang: doelmatigheid niet vereist?

Trefwoorden Diensten van algemeen economisch belang, Altmark-criteria, Altmark-pakket, (Brussels) ziekenhuizen
Auteurs Prof. dr. L. Hancher en Prof. mr. W. Sauter
  • Samenvatting

      De Europese regels over staatssteun kunnen in het geding komen bij de financiering van openbaredienstverplichtingen zoals die bijvoorbeeld bestaan in de ziekenhuiszorg. Daarbij staat de ruimte die hiertoe aan de lidstaten wordt gelaten nog volop ter discussie, bijvoorbeeld ten aanzien van Protocol 26 van het Werkingsverdrag (Wv) betreffende de diensten van algemeen (economisch) belang. Het staatssteunregime van de EU voorziet sinds 2003 in een toets voor openbaredienstverplichtingen op basis van de voorwaarden gesteld in het Altmark-arrest.1x Beide auteurs zijn verbonden aan het Tilburg Law and Economics Centre (TILEC). Leigh Hancher is daarnaast werkzaam bij Allen & Overy en Wolf Sauter bij de Zorgautoriteit (NZa).
      HvJ EG 24 juli 2003, zaak C-280/00, Altmark Trans GmbH en Regierungspräsidium Magdeburg/Nahverkehrsgesellschaft Altmark GmbH (Altmark Trans), Jur. 2003, p. I-7747.
      Indien hieraan wordt voldaan, is geen sprake van steun maar van compensatie. Wordt aan deze toets niet voldaan dan kan vervolgens eventueel op basis van artikel 106 lid 2 Wv worden bepaald of sprake is van een dienst van algemeen economisch belang (DAEB) die verenigbaar is met de interne markt. Het kader dat hierbij wordt gehanteerd is het zogenoemde DAEB-pakket (ook wel: ‘Monti-pakket’) uit november 2005.2x Beschikking 2005/842/EG van de Commissie van 28 november 2005 betreffende de toepassing van artikel 86, lid 2, van het EG-Verdrag op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst die aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen wordt toegekend, Pb. EG 2005, L 312/0067; Communautaire kaderregeling inzake staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, Pb. EU 2005, C 297/4. De beschikking trad op 19 december 2005 in werking, de kaderregeling op de datum van publicatie (29 november 2005). Het belangrijkste verschil tussen de twee toetsen zit in de wijze waarop wordt omgegaan met het doelmatigheidsvereiste. De hier te bespreken beschikking van de Europese Commissie illustreert bovenstaand punt.

    Noten

    • 1 Beide auteurs zijn verbonden aan het Tilburg Law and Economics Centre (TILEC). Leigh Hancher is daarnaast werkzaam bij Allen & Overy en Wolf Sauter bij de Zorgautoriteit (NZa).
      HvJ EG 24 juli 2003, zaak C-280/00, Altmark Trans GmbH en Regierungspräsidium Magdeburg/Nahverkehrsgesellschaft Altmark GmbH (Altmark Trans), Jur. 2003, p. I-7747.

    • 2 Beschikking 2005/842/EG van de Commissie van 28 november 2005 betreffende de toepassing van artikel 86, lid 2, van het EG-Verdrag op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst die aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen wordt toegekend, Pb. EG 2005, L 312/0067; Communautaire kaderregeling inzake staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, Pb. EU 2005, C 297/4. De beschikking trad op 19 december 2005 in werking, de kaderregeling op de datum van publicatie (29 november 2005).

  • Auteursinformatie

    Prof. dr. L. Hancher

    Prof. dr. L. Hancher is verbonden aan het Tilburg Law and Economics Centre (TILEC) en is daarnaast werkzaam bij Allen & Overy.

    Prof. mr. W. Sauter

    Prof. mr. W. Sauter is verbonden aan het Tilburg Law and Economics Centre (TILEC) en is daarnaast werkzaam bij de Zorgautoriteit (NZa).

Tijdschrift Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Jurisprudentie

Het Nederlandse hoofdstuk in de Europese goksaga

Trefwoorden kansspelen, gokken op internet, Wet op de kansspelen, Ladbrokes, Betfair.
Auteurs Mr. J.C.M. van der Beek
  • Samenvatting

      In twee recente arresten heeft het Hof van Justitie vragen beantwoord die betrekking hebben op het Nederlandse éénvergunningenstelsel voor kansspelen en op de wijze waarop de vergunningen worden gegeven en verlengd in overeenstemming is met het Europese recht, met name het vrij verrichten van diensten. Het Hof van Justitie meent dat de Nederlandse regelgeving die zowel tot doel heeft om gokverslaving te beteugelen als om fraude tegen te gaan consistent kan zijn, ook al heeft de vergunninghouder het recht om reclame te maken en de activiteiten uit te breiden. Het Hof van Justitie bevestigt dat het beginsel van wederzijdse erkenning van vergunningen binnen de EU niet geldt voor kansspelen.

  • Auteursinformatie

    Mr. J.C.M. van der Beek

    Mr. J.C.M. van der Beek is advocaat en partner bij Kennedy Van der Laan.

Tijdschrift Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Artikel

Kroniek aanbestedingsrecht

Trefwoorden EG-handhavingsrichtlijnen, aanbestedende dienst/publiekrechtelijke instelling, gebiedsontwikkeling, dienstenconcessies
Auteurs Mr. J.W.A. Bergevoet, Mr. L.M. Hiemstra en Mr. S.R.A. Lucas
  • Samenvatting

      In deze kroniek belichten de auteurs de recente ontwikkelingen op het gebied van het Europese aanbestedingsrecht over de periode van januari 2009 tot juli 2010. Op wetgevingsgebied is een belangrijke recente ontwikkeling de implementatie van de herziene EG-handhavingsrichtlijnen in de Nederlandse rechtsorde door inwerkingtreding van de Wet implementatie rechtsbeschermingsrichtlijnen aanbesteden (Wira). Daarnaast heeft het Hof van Justitie in het afgelopen anderhalf jaar veel (meer dan twintig) arresten gewezen op het gebied van Europees aanbestedingsrecht. Terugkerende onderwerpen in deze arresten die wij in deze kroniek zullen behandelen, zijn de subjectieve werkingssfeer van de Europese aanbestedingsrichtlijnen (het begrip aanbestedende dienst/publiekrechtelijke instelling), de objectieve werkingssfeer van de Europese aanbestedingsrichtlijnen (gebiedsontwikkeling en dienstenconcessies) en de uitzonderingen op de werkingssfeer (vanwege dwingende redenen van algemeen belang), alsmede uitsluiting van ondernemingen en werkelijke mededinging.

  • Auteursinformatie

    Mr. J.W.A. Bergevoet

    Mr. J.W.A. Bergevoet is advocaat bij Loyens & Loeff te Amsterdam.

    Mr. L.M. Hiemstra

    Mr. L.M. Hiemstra is advocaat bij Loyens & Loeff te Amsterdam.

    Mr. S.R.A. Lucas

    Mr. S.R.A. Lucas is advocaat bij Loyens & Loeff te Amsterdam.

Tijdschrift Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging
Boekbespreking

Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba

Trefwoorden hoger beroep, cassatieberoep, Nederlandse Antillen, Aruba
Auteurs Mr. A. Hammerstein
  • Samenvatting

      Bespreking van G.C.C. Lewin, Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba (diss. Universiteit van de Nederlandse Antillen), 2010.

  • Auteursinformatie

    Mr. A. Hammerstein

    Mr. A. Hammerstein is raadsheer bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Tijdschrift Vennootschap & Onderneming
Artikel

Enkele aspecten van de (on)mogelijkheid tot het vorderen van ‘afgeleide schade’

Trefwoorden afgeleide schade, Poot/ABP, Kip/Rabo, specifieke zorgvuldigheidsnorm, geschillenregeling
Auteurs Mr. S. Schmeetz
  • Samenvatting

      In deze bijdrage bespreekt de auteur het leerstuk van de afgeleide schade en de mogelijkheden die de aandeelhouder heeft wanneer afgeleide schade niet (rechtstreeks) gevorderd kan worden.

  • Auteursinformatie

    Mr. S. Schmeetz

    Mr. S. Schmeetz is werkzaam als advocaat bij Loyens & Loeff.

Tijdschrift Vennootschap & Onderneming
Artikel

Bestuurders en commissarissen zijn gewaarschuwd! Kartelwaakhond bijt vanaf nu ook natuurlijke personen

Trefwoorden Wegener, feitelijk leidinggevende, artikel 75a Mw, artikel 51 Sr, persoonlijke boete
Auteurs Mr. K.M. Baltus en Mr. M.Ph.M. Wiggers
  • Samenvatting

      In deze bijdrage bespreken de auteurs de Wegener-besluiten, waarin de NMa voor het eerst boetes heeft opgelegd aan feitelijk leidinggevenden.

  • Auteursinformatie

    Mr. K.M. Baltus

    Mr. K.M. Baltus is werkzaam als advocaat bij Loyens & Loeff.

    Mr. M.Ph.M. Wiggers

    Mr. M.Ph.M. Wiggers is werkzaam als advocaat bij Loyens & Loeff.

Tijdschrift Vennootschap & Onderneming
Artikel

Inzage in het onderzoeksverslag in enquêteprocedures

Trefwoorden enquêterecht, inzage, onderzoeksverslag, bewijs, Fortis
Auteurs Mr. F.G.K. Overkleeft, LL.M.
  • Samenvatting

      De auteur bespreekt het door de Ondernemingskamer gehanteerde beleid voor terinzagelegging van het onderzoeksverslag in enquêteprocedures. Aanleiding is een recent geschil over het inzagerecht in de Fortis-enquête. De auteur bespreekt deze casus mede tegen de achtergrond van het mogelijke gebruik van het onderzoeksverslag als bewijs in civielrechtelijke procedures.

  • Auteursinformatie

    Mr. F.G.K. Overkleeft, LL.M.

    Mr. F.G.K. Overkleeft, LL.M. is werkzaam als advocaat bij NautaDutilh te Amsterdam en is tevens als docent-onderzoeker verbonden aan het Center for Company Law, Universiteit van Tilburg.

Tijdschrift Vennootschap & Onderneming
Artikel

Fiscale aspecten bij het wetsvoorstel invoeringswet flexibilisering BV-recht

Trefwoorden flexibilisering, vennootschap, BV, vennootschapsbelasting, belasting
Auteurs Mr. P. Borsjé
  • Samenvatting

      In deze bijdrage bespreekt de auteur de belangrijkste fiscale aspecten bij het wetsvoorstel invoeringswet flexibilisering BV-recht aan de hand van de memorie van toelichting.

  • Auteursinformatie

    Mr. P. Borsjé

    Mr. P. Borsjé is werkzaam als advocaat en belastingadviseur bij Clifford Chance.

Tijdschrift Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Artikel

Licenties en de toepassing van het mededingingsrecht

Trefwoorden licentieovereenkomst, schikkingsovereenkomst, technologiepools, FRAND-voorwaarden, technologieoverdracht, groepsvrijstellingsverordening
Auteurs Mr. drs. D.P. Kuipers en Mr. J.I. Kohlen
  • Samenvatting

      In de praktijk blijkt vaak onduidelijkheid te bestaan over de vraag of het regime inzake verticale overeenkomsten, technologieoverdracht of misschien horizontale overeenkomsten van toepassing is op overeenkomsten waarbij licenties een rol spelen. In dit artikel bespreken wij de verschillende aspecten die relevant zijn bij de mededingingsrechtelijke beoordeling van licentieovereenkomsten waarbij zowel artikel 101 VWEU als artikel 102 VWEU een belangrijke plaats inneemt.

  • Auteursinformatie

    Mr. drs. D.P. Kuipers

    Mr. drs. D.P. Kuipers is advocaat bij Bird & Bird LLP.

    Mr. J.I. Kohlen

    Mr. J.I. Kohlen is advocaat bij Bird & Bird LLP.

Tijdschrift Arbeidsrechtelijke Annotaties
Jurisprudentie

Een uitgelezen uitgever geeft vooral geld uit

OK 27 mei 2010, LJN BM5928, JAR 2010/181

Trefwoorden enquêterecht, toetsing bij enquêterecht in vergelijking tot toetsing bij medezeggenschapsrecht, strategische aspecten van een zogeheten LBO, ondernemingsraad
Auteurs Mr. R.A.A. Duk
  • Samenvatting

      De Ondernemingskamer heeft bij beschikking van 27 mei 2010 beslist dat rond de zogeheten leveraged buy-out (LBO) van PCM Holding door Apax sprake is geweest van wanbeleid. Daarbij kwamen vragen van strategie aan de orde en werd gewezen op de risico’s die een LBO naar zijn aard meebrengt. De OK was van oordeel, kort samengevat, dat PCM Holding een onderneming zonder duidelijke strategie was en dat ook daardoor bij de keuze voor Apax als partner voor een LBO niet voldoende doordacht was gehandeld.In de annotatie wordt bezien hoe de toetsing onder de vigeur van het enquêterecht in een geval als dit zich verhoudt tot de toetsing die de OK zou hebben toegepast wanneer de zaak via een beroep op artikel 26 Wet op de ondernemingsraden aan haar oordeel zou zijn onderworpen. Conclusie is dat die toetsing langs vergelijkbare lijnen zou zijn verlopen, aangenomen dat de betrokken centrale ondernemingsraad op dat moment zou hebben beschikt over de informatie die de OK op grond van het uitgevoerde onderzoek had.

  • Auteursinformatie

    Mr. R.A.A. Duk

    Mr. R.A.A. Duk is advocaat bij De Brauw Blackstone Westbroek N.V. te Den Haag.

Tijdschrift Arbeidsrechtelijke Annotaties
Artikel

Ontslagrecht in het Koninkrijk der Nederlanden (2)

Trefwoorden ontslagrecht, concordantiebeginsel, Antillen, Aruba, arbeidsrecht, Koninkrijk der Nederlanden, doorwerking, Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
Auteurs Mr. F.M. Dekker
  • Samenvatting

      Volgens artikel 39 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden zijn de wetgevers van de verschillende Koninkrijkslanden verplicht een aantal belangrijke rechtsgebieden ‘zoveel mogelijk’ op overeenkomstige wijze te regelen. In een tweetal artikelen onderzoekt de auteur in hoeverre zij met betrekking tot het ontslagrecht aan deze zogenoemde concordantieverplichting voldoen. Volgens de auteur houdt artikel 39 Statuut namelijk in dat een verschil in wetgeving tussen de drie Koninkrijkslanden slechts geoorloofd is indien daar een behoorlijke rechtvaardigingsgrond voor kan worden aangewezen. In dit tweede deel ligt de focus allereerst op gevolgen van de recente staatkundige hervormingen binnen het Koninkrijk voor het vigerende ontslagrecht. Conclusie hiervan is dat de materiële gevolgen voor het ontslagrecht zeer beperkt zijn. Met dit als uitgangspunt worden vervolgens de opzegbepalingen uit het BW, de rechterlijke ontbinding en het einde van rechtswege in de verschillende koninkrijkslanden met elkaar vergeleken. Uit deze vergelijking blijkt dat er tussen de verschillende landen een hoop ongerechtvaardigde verschillen bestaan. Deze verschillen lijken zich evenwel voornamelijk voor te doen op technisch-juridische gebieden. Bij het uitvaardigen van nieuwe wetgeving houden de wetgevers dus onvoldoende rekening met het concordantiebeginsel. De rechters uit het Koninkrijk kan men in dezen daarentegen weinig kwalijk nemen. Daar waar hun een zekere beoordelingsruimte wordt gelaten, bestaat er immers een grote mate aan concordantie. Door middel van concorderende interpretatie worden de open normen in de verschillende landen namelijk op dezelfde wijze ingevuld. Hierbij moet er echter wel voor worden gewaakt dat er een te grote mate van concordantie wordt bereikt. De rechter mag de verschillen in cultuur en gewoontes tussen de Koninkrijkslanden niet uit het oog verliezen.

  • Auteursinformatie

    Mr. F.M. Dekker

    Mr. F.M. Dekker is externe promovendus aan de Rijksuniversiteit Groningen en advocaat(-stagiair) bij BarentsKrans N.V. te Den Haag.

Tijdschrift Markt & Mededinging
Redactioneel

Spindoctoring

Auteurs Mr. P.V.F. Bos
  • Auteursinformatie

    Mr. P.V.F. Bos

    Mr. P.V.F. Bos is advocaat bij BerendKrans en tevens redactielid van M&M.

Tijdschrift Tijdschrift voor Toezicht
Diversen

Nieuw toezicht op de advocatuur?

Trefwoorden zelfregulering, systeemtoezicht, toezicht op advocaten, advocatuur, De Hoogd
Auteurs Mr. M. de Rijke
  • Samenvatting

      Met de totstandkoming van de Advocatenwet van 23 juni 1952 is de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) ingesteld en is wettelijk geregeld dat het toezicht op de advocatuur wordt uitgeoefend door Raden van toezicht, de bestuurders van de plaatselijke orden van advocaten. De leden van de Raden van toezicht worden gekozen uit de leden van de orde. Dit systeem van zelfregulering staat ter discussie, sinds de Minister van Justitie in een brief aan de Tweede Kamer van 5 maart 2010 zijn visie heeft gegeven op de “in de toekomst wenselijke en mogelijke aanpassingen van de wettelijke regelingen van het toezicht op notarissen, advocaten en gerechtsdeurwaarders”. De visie behelst onder meer de introductie van een nieuwe toezichthouder die controle uitoefent op de naleving van wettelijke voorschriften door advocaten. Wat echter ontbreekt in deze visie is een overtuigende onderbouwing om op zoek te gaan naar een alternatief voor het bestaande systeem en daarmee een legitimatie om de keuze te laten vallen op het andere uiterste van het spectrum van toezichtstijlen. In dit essay plaatst de auteur het bestaande toezichtsysteem, de controle hierop en de visie van de Minister in het kader van het algemeen toezichtsrecht. Zij komt tot de conclusie dat een te wankele basis bestaat voor een drastische oversteek van intern naar extern toezicht.

  • Auteursinformatie

    Mr. M. de Rijke

    Mr. M. de Rijke is advocaat en partner bij Bird & Bird LLP te Den Haag.