-
Samenvatting
Bouwman en de Weerdt-de Jong beantwoorden in hun bijdrage de vraag in hoeverre belangrijke onderdelen van de Nederlandse Wet Vpb 1969 verenigbaar zijn met de vrijheden die zijn verankerd in het EG-verdrag, Alvorens deze vraag te beantwoorden schetsen zij een beeld van de rol van het Europese recht op het terrein van de winstbelastingen. Zij komen tot een achttal conclusies en doen waar nodig een aanbeveling tot wijziging.
Inhoud
- 1 Inleiding
- 2 De rol van het Europese recht op het terrein van de winstbelastingen
- 3 Concernverhoudingen in het prejudicieel geschil
- 4 De fiscale eenheid van artikel 15 Wet VPB 1969
- 5 Het deelnemingsregime voor niet geconsolideerde belangen
- 6 Emigratieheffingen
- 7 Het renteaftrekverbod van artikel 10a Wet VPB 1969
- 8 Conclusie
- ↑ Naar boven
Onderneming en Financiering |
|
Artikel | Europese rechtspraak op het terrein van winstbelastingen bezien vanuit Nederlands perspectief |
Trefwoorden | vennootschapsbelasting, EG- Verdrag, winstbelasting, Europees Hof van Justitie |
Auteurs | Prof. dr. J.N. Bouwman en Dr. M.G. de Weerdt-de Jong |
Auteursinformatie |