Artikelen

Tijdschrift Contracteren
Actualia contractspraktijk

Het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst anno 2024

Trefwoorden Non concurrentiebeding, Franchise, Franchiseovereenkomst, Wet franchise, Rechtspraak
Auteurs Mr. J.H. Kolenbrander
  • Samenvatting

      In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven van de (gepubliceerde) rechtspraak met betrekking tot het postcontractueel non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst. De Wet franchise omschrijft de criteria waaraan een dergelijk non-concurrentiebeding dient te voldoen. Voldoet een beding niet aan deze criteria? Dan kunnen daarop grond van de wet sancties uit voortvloeien, zoals ook blijkt uit deze bijdrage.

  • Auteursinformatie

    Mr. J.H. Kolenbrander

    Mr. Jan-Willem Kolenbrander is advocaat-partner bij DayOne Advocaten.

Tijdschrift Contracteren
Ad Rem

Access_openPrejudiciële vragen bij huurprijsverhogingen bij huur van woonruimte: zijn de juiste vragen ten aanzien van verjaring wel gesteld?

Trefwoorden Algemene voorwaarden, Ambtshalve toetsing, indexering, verjaring, huurovereenkomst
Auteurs Prof. mr. T.H.M. van Wechem en Mr. drs. J.H.M. Spanjaard
  • Samenvatting

      De rechtbank Amsterdam heeft prejudiciële vragen gesteld over de vraag of het prijsindexeringsbeding in huurovereenkomsten met consumenten onredelijk bezwarend is. In deze bijdrage richten auteurs de aandacht op een onderbelicht onderdeel in de prejudiciële vragen, de verjaring van de terugbetalingsverplichting na vernietiging.

  • Auteursinformatie

    Prof. mr. T.H.M. van Wechem

    Prof. mr. T.H.M. van Wechem is hoogleraar Corporate Legal Counseling aan de Open Universiteit en zelfstandig juridisch adviseur.

    Mr. drs. J.H.M. Spanjaard

    Mr. drs. J.H.M. Spanjaard is advocaat onder de naam fL advocaten en honorair universitair docent aan het Molengraaff Instituut van de Universiteit Utrecht.

Tijdschrift Onderneming en Financiering
Wetenschap en praktijk

Access_openHoeveel zeggenschap mag een externe financier hebben over een collectieve actie van een belangenbehartiger?

De glijdende schaal van beslismacht, naar zeggenschap naar invloed via een advies- en consultatierecht

Trefwoorden WAMCA, waarborgvereiste, funding agreement, zeggenschapsvereiste, ontvankelijkheid
Auteurs W.A. Vader
  • Samenvatting

      Art. 3:305a BW is al dertig jaar de juridische kapstok van ons collectief actierecht. Deze bepaling is gaandeweg doorlopend en ook wezenlijk gewijzigd. In deze bijdrage staat de betekenis van het zeggenschapsvereiste uit art. 3:305a lid 2 sub c BW centraal. Het zeggenschapsvereiste werd in 2018 aan het al bestaande waarborgvereiste toegevoegd, nadat rond 2016-2017 procesfinanciering voor collectieve acties in Nederland van de grond kwam. De wetgever beoogde met deze aanvulling de ontvankelijkheidseisen voor belangen­behartigers aan te scherpen en zij strekt ertoe de zeggenschapsverhoudingen tussen enerzijds de belangenbehartiger (vaak een stichting) en anderzijds de externe financier nader in te kleden. Het doel was om een Amerikaanse claimcultuur en uitwassen te voorkomen, en ook dat deze collectieve acties geen louter commerciële initiatieven mochten zijn waarbij het belang van de financier vooropstaat. Met de introductie van het zeggenschapsvereiste heeft de wetgever echter wel ruimte gelaten voor een zekere mate van invloed van de financier op de collectieve vordering. Maar juist de mate waarin de belangen­behartiger zeggenschap moet behouden over de rechtsvordering is niet geheel duidelijk. Ook recente rechtspraak laat een diffuus beeld zien over de invulling van het begrip en lijkt het zeggenschapsvereiste bovendien integraal te toetsen, terwijl een marginale toets door de wetgever is beoogd. In deze bijdrage wordt daarom een voorstel gedaan tot nadere inkleuring van het zeggenschapsvereiste, daarbij rekening houdend met de belangen van alle betrokken partijen, in de eerste plaats die van de gedupeerden, maar ook die van belangenbehartigers en hun financiers. De praktijk is immers gebaat bij meer duidelijkheid.

  • Auteursinformatie

    W.A. Vader

    Mr. W.A. (Wesley) Vader is advocaat bij bureau Brandeis te Amsterdam.

Tijdschrift Onderneming en Financiering
Wetenschap en praktijk

Vereffening van insolvente micro-onder­nemingen volgens de voorgestelde insolventierichtlijn

Trefwoorden micro-onderneming, vereffeningsprocedure, insolventierecht, schuldeisers, Europese richtlijn
Auteurs S. Zonneveld en A.C.A.D. Bakker
  • Samenvatting

      De Europese Commissie heeft een voorstel ingediend voor een richtlijn tot harmonisatie van bepaalde aspecten van het insolventierecht. Onderdeel van het voorstel is de introductie van een nieuwe insolventieprocedure voor micro-ondernemingen: de vereenvoudigde vereffeningsprocedure. Deze procedure, specifiek voor micro-ondernemingen, is ingevoerd om te voldoen aan de behoefte in Europa aan snellere, eenvoudigere en goedkopere insolventieprocedures. In deze bijdrage analyseren de auteurs in hoeverre de vereenvoudigde vereffeningsprocedure overeenkomt met of afwijkt van de huidige Nederlandse insolventiewetgeving. Op basis van hun bevindingen komen de auteurs tot de conclusie dat de meerwaarde van de voorgestelde vereenvoudigde vereffeningsprocedure voor het Nederlandse rechtspraktijk beperkt lijkt.

  • Auteursinformatie

    S. Zonneveld

    Mr. S. (Stijn) Zonneveld is advocaat bij RESOR te Amsterdam.

    A.C.A.D. Bakker

    Mr. A.C.A.D. (Angelina) Bakker is advocaat bij RESOR te Amsterdam.

Tijdschrift Onderneming en Financiering
Wetenschap en praktijk

De positie van de junior crediteur in inter­creditorstructuren

Trefwoorden achterstelling, faillissement, financiering, WHOA, schuldinstrumenten
Auteurs G. Kreuze en R. den Hollander
  • Samenvatting

      Ondernemingen halen doorgaans financiering op in de vorm van eigen vermogen en vreemd vermogen, waarbij verschillende schuldinstrumenten worden toegepast om tegemoet te komen aan de behoeften van verschillende verschaffers van vreemd vermogen. In dit artikel wordt de focus gelegd op de junior crediteur, degene die in zijn aflossings- of verhaalspositie na de senior crediteur komt. De auteurs onderzoeken diverse structuren en instrumenten die worden gebruikt om de positie van de junior te bepalen en behandelen de impact van deze structuren. De conclusie benadrukt de diversiteit aan strategische mogelijkheden voor junioren, waarbij de beschermingsgraad niet alleen afhangt van de gekozen structuur, maar ook van de specifieke invulling ervan in de relevante documentatie. Deze nuances zijn van cruciaal belang, zowel binnen als buiten insolventieprocedures.

  • Auteursinformatie

    G. Kreuze

    Mr. G. (Gianluca) Kreuze is advocaat bij Loyens en Loeff te Amsterdam.

    R. den Hollander

    Mr. R. (Ruben) den Hollander is advocaat bij Loyens en Loeff te Amsterdam.

Tijdschrift Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade
Jurisprudentie

Whiplash associated disorder en causaal verband

HR 22 september 2023, ECLI:NL:HR:2023:1275

Trefwoorden condicio-sine-qua-nonverband, medisch moeilijk objectiveerbaar letsel, whiplash
Auteurs Mr. J.F. Roth
  • Samenvatting

      In zijn arrest van 22 september 2023 volgt de Hoge Raad A-G Lindenberg in zijn conclusie en oordeelt dat het hof ten onrechte niet is ingegaan op de in het eerste tussenarrest opengelaten mogelijkheid dat condicio-sine-qua-nonverband wordt aangenomen, ook indien een aandoening op neurologisch vakgebied niet komt vast te staan. De in de lagere rechtspraak ontwikkelde ‘whiplashjurisprudentie’ blijft daarmee in stand. In deze bijdrage bespreekt de auteur het oordeel van de Hoge Raad en voorziet het arrest van commentaar.

  • Auteursinformatie

    Mr. J.F. Roth

    Mr. J.F. Roth is advocaat bij SAP Advocaten te Amersfoort.

Tijdschrift Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving
Artikel

Wetsvoorstel Handhaving sociale zekerheid, balans of nieuwe disbalans

Trefwoorden handhaving, sociaal domein, Boete, terugvordering, maatwerk
Auteurs Mr. drs. M.J. Hüsen en Mr. R.S. Wijling
  • Samenvatting

      Het wetsvoorstel Handhaving sociale zekerheid beoogt de balans weer terug te brengen in het socialezekerheidsrecht en een oplossing te bieden voor de nu knellende wetgeving. In deze bijdrage wordt besproken of het voorstel deze doelstelling haalt, en worden ook alternatieve mogelijkheden besproken om de balans terug te brengen.

  • Auteursinformatie

    Mr. drs. M.J. Hüsen

    Mr. drs. M.J. Hüsen is juridisch adviseur sociaal domein bij Stimulanz.

    Mr. R.S. Wijling

    Mr. R.S. Wijling is advocaat bij van Ardenne & Crince le Roy Advocaten N.V.

Tijdschrift Tijdschrift Erfrecht
Artikel

De betalingsregeling van artikel 4:5 BW: een bruikbare reddingsboei?

Trefwoorden gewichtige redenen, redelijkheid en billijkheid, huwelijksvermogensrecht
Auteurs Mr. B.W.J. Theunissen
  • Samenvatting

      Deze bijdrage gaat over diverse aspecten van de erfrechtelijke betalingsregeling in artikel 4:5 BW. Er moet bijvoorbeeld sprake zijn van ‘gewichtige redenen’ voordat de rechter een verzoek om een betalingsregeling toewijst. Uit de schaarse jurisprudentie blijkt echter dat de rechter niet al te scheutig is met deze ‘reddingsboei’. De auteur maakt ook een kort uitstapje naar aanverwante bepalingen in onder andere het huwelijksvermogensrecht.

  • Auteursinformatie

    Mr. B.W.J. Theunissen

    Mr. B.W.J. Theunissen is advocaat bij Hekkelman Advocaten te Nijmegen.

Tijdschrift Maandblad voor Ondernemingsrecht
Artikel

Access_openESG-litigation: duurzaamheids­verslaggeving, CSRD en de jaarrekeningprocedure bij de Ondernemingskamer

Trefwoorden duurzaamheidsrapportage, belanghebbende, ondernemingsrecht, sancties, AFM
Auteurs Mr. drs. K. van Middelaar
  • Samenvatting

      ESG-litigation over duurzaamheidsverslaggeving kan met de implementatie van de Richtlijn duurzaamheidsrapportering (CSRD) en bijbehorende standaarden voor duurzaamheidsrapportage (ESRS) plaatsvinden via de jaarrekeningprocedure bij de Ondernemingskamer. Deze bijdrage bespreekt de sancties bij schending van de duurzaamheidsrapporteringsregels, het belanghebbendebegrip in de jaarrekeningprocedure en de rol van de AFM in het licht van de CSRD en ESRS.

  • Auteursinformatie

    Mr. drs. K. van Middelaar

    Mr. drs. K. van Middelaar is advocaat bij Loyens & Loeff te Amsterdam.

Tijdschrift Maandblad voor Vermogensrecht
Artikel

Towards a Level-Playing Field between Banks and Non-Banks in the European Market for Electronic Payments

Bespreking van het proefschrift van mr. J.A. Jans

Trefwoorden gelijk speelveld, financiële regulering, betalingsverkeer, fintech, big tech
Auteurs Mr. drs. A. van der Beek
  • Samenvatting

      Jans onderzoekt in zijn proefschrift de vraag wat het effect is van bestaande Europese financiële regulering voor aanbieders van betalingsdiensten op het bestaan van een level playing field tussen de verschillende categorieën van betalingsdienstaanbieders, banken en niet-banken..

  • Auteursinformatie

    Mr. drs. A. van der Beek

    Mr. drs. A. van der Beek is advocaat en partner bij Kennedy Van der Laan te Amsterdam.

Tijdschrift Maandblad voor Vermogensrecht
Artikel

Artikel 7:25 BW

Bespreking van het proefschrift van mr. T.J.K. van Santen

Trefwoorden aansprakelijkheid, verkoper, consument, non-conformiteit, koper
Auteurs Mr. drs. J.H.M. Spanjaard
  • Samenvatting

      In dit artikel wordt het proefschrift van Van Santen over de regresregeling van art. 7:25 BW besproken. Van Santen behandelt de inhoud en de reikwijdte van de regresregeling en heeft daarmee een voor de praktijk bruikbaar proefschrift over een onbekend contractenrechtelijk onderwerp geschreven.

  • Auteursinformatie

    Mr. drs. J.H.M. Spanjaard

    Mr. drs. J.H.M. Spanjaard is advocaat bij fL advocaten in Aalsmeer en honorair universitair docent aan het Molengraaff Instituut voor Privaatrecht van de Universiteit Utrecht.

Tijdschrift Maandblad voor Vermogensrecht
Artikel

De rol van de paritas creditorum bij een faillissement

Bespreking van het proefschrift van mr. M.J. Noteboom

Trefwoorden verhaalsuitoefening, gelijkheidsbeginsel, voorrang, Ontvanger/Hamm, recovery rate
Auteurs Mr. dr. A. van Hees
  • Samenvatting

      Centraal in het boek van Noteboom staan het beginsel van de gelijkheid van schuldeisers bij de verhaalsuitoefening in en buiten faillissement en de vraag wat dat beginsel te betekenen heeft nu er door de veelheid van voorrechten en zekerheidsrechten en anderzijds door de relatief beperkte executieopbrengsten voor concurrente schuldeisers vaak (bijna) niets te verdelen overblijft.

  • Auteursinformatie

    Mr. dr. A. van Hees

    Mr. dr. A. van Hees is 40 jaar advocaat geweest en is thans onder meer werkzaam als raadsheer-plaatsvervanger bij meerdere gerechtshoven.

Tijdschrift Maandblad voor Vermogensrecht
Artikel

De val van Haviltex?

Trefwoorden uitleg, redelijkheid, billijkheid, uitsluiten, contractsvrijheid
Auteurs Mr. K.W.M. Baten
  • Samenvatting

      Deze bijdrage gaat over de vraag of het mogelijk is om de Haviltex-maatstaf contractueel uit te sluiten, mede in het licht van de beschikking van de Hoge Raad van 25 augustus 2023, ECLI:NL:HR:2023:1131.

  • Auteursinformatie

    Mr. K.W.M. Baten

    Mr. K.W.M. Baten is advocaat commercial contracting bij AKD te Eindhoven

Tijdschrift Maandblad voor Vermogensrecht
Artikel

Zorgplicht van banken tegenover derden

Ontwikkelingen geïdentificeerd en uitgelegd

Trefwoorden tripartiete relatie, Safe Haven, Van den Berg, onderzoeksplicht, gevaarsbewustzijn
Auteurs Mr. K.W.G. Heesterbeek en Mr. F.R.H. van der Leeuw
  • Samenvatting

      De bancaire zorgplicht tegenover derden is een onderwerp dat onverminderd actueel en relevant is voor de dagelijkse praktijk. Banken wordt met regelmaat verweten onvoldoende acht te hebben geslagen op de handelwijze van een cliënt met als gevolg eventuele nadelige effecten en schade voor derden. Wat houdt de bancaire zorgplicht jegens derden in en hoe ontwikkelt deze zorgplicht zich? Deze vragen staan in dit artikel centraal.

  • Auteursinformatie

    Mr. K.W.G. Heesterbeek

    Mr. K.W.G. Heesterbeek is advocaat bij NautaDutilh te Amsterdam.

    Mr. F.R.H. van der Leeuw

    Mr. F.R.H. van der Leeuw is advocaat bij NautaDutilh te Amsterdam.

Tijdschrift Maandblad voor Ondernemingsrecht
Artikel

ESG-commitments zijn niet (langer) vrijblijvend

De invoering van een ‘maatschappelijke enquête’ als stok achter de deur?

Trefwoorden Ondernemingskamer, advocaat-generaal, enquêteprocedure, aansprakelijkheid, openbaar belang
Auteurs Mr. J.G. van de Waerdt
  • Samenvatting

      In deze bijdrage pleit de auteur voor de invoering van een maatschappelijke enquêteprocedure. Aan de hand van een casus over ESG-commitments bespreekt zij de mogelijkheid van civiele aansprakelijkheid en vervolgens de argumenten voor en tegen de maatschappelijke enquête.

  • Auteursinformatie

    Mr. J.G. van de Waerdt

    Mr. J.G. van de Waerdt is advocaat bij Bosselaar Strengers Legal Partners in Utrecht.