Op 17 september 2021 deed de Hoge Raad uitspraak in een zaak waarin onder meer de vraag aan de orde is of de op de werkgever rustende verzekeringsplicht ook geldt ten opzichte van een zzp’er. |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade |
Jurisprudentie |
De verzekeringsplicht in de relatie tot de zzp’er. Hoe krachtig is de rem van de Hoge Raad?HR 17 september 2021, ECLI:NL:HR:2021:1267 |
Trefwoorden | zzp’er, verzekeringsplicht, werkgever, werknemer, werkgeversaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. P. Oskam |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade |
Artikel |
Rellende jongeren & opnieuw een voorstel tot verruiming van de aansprakelijkheid van ouders‘May I have the check, please?’ |
Trefwoorden | art. 6:169 BW, risicoaansprakelijkheid, kinderen, jeugdcriminaliteit, schade |
Auteurs | Mr. dr. B.M. Paijmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jeugdcriminaliteit, de daarbij veroorzaakte schade en de onverhaalbaarheid hiervan vormen vanzelfsprekend een maatschappelijke zorg. Het is echter de vraag of die zorg voldoende reden en rechtvaardiging is om de kwalitatieve aansprakelijkheid van alle ouders te verruimen, zoals thans wordt uitgewerkt en voorbereid door demissionair minister Dekker. De auteur bespreekt in dit artikel daarom de kwalitatieve aansprakelijkheid van ouders, in historisch en huidig perspectief, en geeft vervolgens haar opinie over de mogelijk toekomstige verruiming van deze kwalitatieve aansprakelijkheid. |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade |
Artikel |
Kansschade of proportionele aansprakelijkheid? |
Trefwoorden | proportionele aansprakelijkheid, kansschade, causaliteitsonzekerheid, medische aansprakelijkheid, kansberekening |
Auteurs | Mr. A.J. Van |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest Deloitte/H&H Beheer maakte de Hoge Raad onderscheid tussen de leerstukken van kansschade en proportionele aansprakelijkheid. Volgens een aantal auteurs is dit slechts een dogmatisch onderscheid en gaat het in de kern om dezelfde onzekerheid. In het ene geval wordt die uitgedrukt in het verlies van een kans op een beter behandelingsresultaat en in het andere in een getal dat de veroorzakingswaarschijnlijkheid aanduidt. Zo bezien, zou het niet moeten uitmaken welk leerstuk men toepast. De praktijk laat echter zien dat het in een aantal gevallen wel degelijk uitmaakt welk leerstuk wordt gebruikt. Dat biedt steun aan de opvatting dat hier sprake is van meer dan een louter dogmatisch onderscheid. In deze bijdrage wordt die gedachte verder uitgewerkt en wordt duidelijk gemaakt in welke gevallen de ene, dan wel de andere methode de voorkeur verdient. |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade |
Artikel |
Gemist inkomen uit zwart werk in de ban of niet? |
Trefwoorden | zwart werk, verlies aan verdienvermogen, schadevergoeding, aansprakelijkheidsrecht, zwarte inkomsten |
Auteurs | Mr. L.E. Kroese |
SamenvattingAuteursinformatie |
Begin 2020 werd de letselschadepraktijk opgeschud toen de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland oordeelde dat gemiste zwarte inkomsten niet voor vergoeding in aanmerking kwamen. Betekende dit het einde van de uitleg die in de praktijk en de rechtspraak al sinds 2000 aan de schadepost wordt gegeven? In dit artikel wordt aan de hand van de sindsdien verschenen literatuur en jurisprudentie besproken wat de stand van zaken is en hoe het verder gaat. Mits de benadeelde aan zijn bewijslast kan voldoen, komt de schadepost naar de mening van de auteur nog altijd voor vergoeding in aanmerking. |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade |
Artikel |
De schadepost huishoudelijke hulp: op zoek naar handvatten ter invulling van het ‘normaal en gebruikelijk’-criterium |
Trefwoorden | professionele hulp, letselschade, huishouden, vergoeding, richtlijn |
Auteurs | Mr. M.W.H.M. Janssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De begroting van de omvang van de schadepost huishoudelijke hulp leidt vaak tot verdeeldheid tussen (belangenbehartigers van) slachtoffers en verzekeraars. Dit is met name het geval wanneer de schadepost niet onder de normering van de Richtlijn Huishoudelijke Hulp van De Letselschade Raad valt. Dit artikel gaat in op de vraag wanneer het inschakelen van professionele huishoudelijke hulp normaal en gebruikelijk is, hetgeen als criterium voor vergoeding van huishoudelijke hulp heeft te gelden. Er worden – na een uitvoerige analyse van de rechtspraak – diverse handvatten aangereikt ter beantwoording van deze vraag. |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade |
Artikel |
Procesrechtelijke aspecten van de vordering benadeelde partij in het strafproces: welk wetboek gaat daar eigenlijk over? |
Trefwoorden | schadevergoeding, civiel schadeverhaal, benadeelde partij, verhouding Sv en Rv, strafprocedure |
Auteurs | Mr. Th.O.M. Dieben en Mr. O.S. Pluimer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In mei 2019 heeft de Hoge Raad een overzichtsarrest gewezen over de vordering benadeelde partij in strafzaken (HR 28 mei 2019, ECLI:NL:HR:2019:793). Hoewel nuttig voor de praktijk waar het de materiële kant van de vordering betreft, roept het arrest juist vragen op als het om procesrechtelijke aspecten gaat. De Hoge Raad verwijst namelijk meermaals naar bepalingen uit het Rv, terwijl de gemiddelde praktijkbeoefenaar er veelal van uitging dat aan dit wetboek helemaal geen relevantie toekomt in strafzaken. Is sprake van een koerswijziging van de Hoge Raad of houdt de Hoge Raad juist koers? En welk wetboek gaat eigenlijk over de procesrechtelijke kant van de vordering benadeelde partij? Het Sv, het Rv, of allebei? Deze en andere vragen worden beantwoord in dit artikel. |