-
Samenvatting
Per 1 november 2021 is de nieuwe Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen (Stb. 2021, 178) in werking getreden. De Wet betreft de implementatie van de Europese Richtlijn 2019/633/EU (PbEU 2019, L 111). De auteurs zetten de aanleiding en inhoud van de Wet uiteen en signaleren enkele knelpunten. Zo wordt ingegaan op (1) de effectiviteit van de beoogde alternatieve geschilbeslechting, (2) de zwarte en grijze lijst en de mogelijkheid voor de lidstaten om verdergaande maatregelen te treffen en (3) de handhavingsmogelijkheden bij grensoverschrijdende gevallen. Ook wordt kort aandacht besteed aan potentiƫle overlap met andere Europese regelgeving. Voorts komt aan bod het mogelijke succes van de Wet, mede in het licht van de cruciale rol die de ACM zal (moeten) spelen bij de handhaving van de Wet.
Wet van 3 maart 2021, houdende regels strekkende tot implementatie van Richtlijn (EU) 2019/633 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake oneerlijke handelspraktijken in de relaties tussen ondernemingen in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen (PbEU 2019, L 111) (Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen) (Stb. 2021, 178).
Inhoud
- Inleiding
- De Richtlijn en de Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen
- Knelpunten in de Wet
- Zwarte en grijze lijst: artikel 9 Richtlijn als basis voor verdergaande maatregelen
- Grensoverschrijdende gevallen
- Samenloop met andere Europese wetgeving
- Het mogelijke succes van de Wet
- Conclusie
- ↑ Naar boven
Nederlands tijdschrift voor Europees recht |
|
Article | Gaat (de ACM met) de Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen de inkoopmacht van retailers aanpakken? |
Trefwoorden | Richtlijn 2019/633/EU, geschillencommissie, Autoriteit Consument en Markt, agri- en foodsector |
Auteurs | Mr. D.W.L.A. Schrijvershof en Mr. T. Heystee |
DOI | 10.5553/NtER/138241202021027009006 |
Auteursinformatie |