-
Samenvatting
In dit artikel wordt het arrest J.N. van het Hof van Justitie besproken. In het artikel wordt beargumenteerd dat het arrest spanningen blootlegt tussen het EHRM en het Unierecht als het gaat om de voorwaarden voor een rechtmatige bewaring van asielzoekers. Verder gaat het artikel in op de manier waarop het Hof van Justitie het Unierecht op het gebied van illegale migratie afbakent ten opzichte van het acquis op het gebied van het asielrecht. Ook wordt aandacht besteed aan de wijze waarop het Hof van Justitie het Unierechtelijke openbare-ordebegrip gebruikt om de uitoefening van nationale bevoegdheden op het gebied van het immigratierecht juridisch te toetsen en aldus controleerbaar te maken
HvJ 15 februari 2016, zaak C-601/15 PPU, J.N./Staatssecretaris van Justitie, ECLI:EU:C:2016:84
Inhoud
- Inleiding
- Hoofdgeding en achtergrond van de prejudiciële vragen
- Arrest van het Hof van Justitie
- Verhouding met artikel 5 EVRM en jurisprudentie van het EHRM
- Legaliteit en artikel 5 EVRM
- Evenredigheid van de bewaringsmaatregel
- Verhouding van het Europese asielrecht tot de Terugkeerrichtlijn
- Openbare orde en de beperking van het gebruik van dwang in het migratierecht
- Conclusies: Europees asiel- en migratierecht tussen fragmentatie en constitutionalisering
- ↑ Naar boven
Nederlands tijdschrift voor Europees recht |
|
Article | Detentie van asielzoekers, de spoedige terugkeer van illegale vreemdelingen, en de openbare orde: het arrest J.N. |
Trefwoorden | Bewaring van asielzoekers, Opvangrichtlijn, Terugkeerrichtlijn, illegaal verblijvende derdelanders, openbare orde |
Auteurs | Mr. G. Cornelisse |
DOI | 10.5553/NtER/138241202016022006001 |
Auteursinformatie |