-
Samenvatting
In de hier besproken prejudiciƫle zaak heeft de Raad van State verschillende vragen over de interpretatie van de Dienstenrichtlijn voorgelegd, met name de vraag in hoeverre deze richtlijn van toepassing is op zuiver interne situaties. Het Hof van Justitie heeft op deze vraag geen antwoord gegeven; toch kan uit het arrest een bepaalde conclusie worden getrokken. De antwoorden op de overige vragen zijn van belang voor bestuursrechtelijke regelingen die vergunningsvereisten bevatten.
HvJ 1 oktober 2015, gevoegde zaken C-340/14 en C-341/14, Trijber en Harmsen, ECLI:EU:C:2015:641
Nederlands tijdschrift voor Europees recht |
|
Article | Amsterdamse prostituees en partyboten en de Dienstenrichtlijn: de zaken Trijber en Harmsen |
Trefwoorden | Dienstenrichtlijn, vrijheid van vestiging, diensten op het gebied van vervoer, schaarse vergunningen, taalvereiste |
Auteurs | Mr. T.P.J.N. van Rijn |
DOI | 10.5553/NtER/138241202016022002001 |
Auteursinformatie |