-
Samenvatting
Indien een non-conforme zaak door de verkoper wordt vervangen, zijn er naast de kosten van de vervangende zaak extra kostenposten, zoals verwijderingskosten van de non-conforme zaak en installatiekosten van de nieuwe zaak. In deze uitspraak bepaalt het Hof van Justitie dat de verkoper die kosten dient te dragen, ook als de tekortkoming niet toerekenbaar is. Uit de uitspraak volgt verder dat artikel 7:21 lid 5 BW in strijd lijkt te zijn met Richtlijn 1999/44/EC (Richtlijn consumentenkoop).
Inhoud
- Inleiding
- Feiten en procesverloop
- De uitspraak van het Hof van Justitie met betrekking tot de kosten van vervanging
- De grens tussen kosten voor vervanging en schadevergoeding
- Schadevergoeding volgens het BW
- Contractueel nader vormgeven van de rechten van de consument
- Geen onderzoeksplicht aan de zijde van de consument in de richtlijn of het BW
- Geen vrije keuze van remedies
- De uitspraak van het Hof met betrekking tot de weigering van vervanging
- Prijsvermindering en ontbinding als subsidiaire remedies
- Beperken van de vergoeding door de rechter
- Wat betekent de uitspraak voor ontbinding bij non-conformiteit?
- Blik vooruit: de nieuwe richtlijn consumentenrechten en het optionele instrument
- Tot slot
- ↑ Naar boven
Nederlands tijdschrift voor Europees recht |
|
Artikel | Nadere vormgeving van de bescherming van Richtlijn 1999/44/EG |
Trefwoorden | consumentenbescherming, non-conformiteit, vervangingskosten, consumentenkoop |
Auteurs | Dr. M.Y. Schaub |
Auteursinformatie |