-
Samenvatting
In dit artikel staan twee spraakmakende uitkoopprocedures centraal: Xeikon en Sirowa. De Ondernemingskamer oordeelde in deze uitkoopzaken dat (mogelijke) vorderingen tot schadevergoeding van de vennootschap op derden – en daarmee samenhangend met de door de minderheidsaandeelhouder geleden afgeleide schade – van belang kunnen zijn bij het vaststellen van de uitkoopprijs. Om de (mogelijke) vorderingen op derden te betrekken bij de prijsvaststelling trok zij een parallel met de ratio van de billijke verhoging als bedoeld in art. 2:343 lid 4 BW. In dit artikel onderzoekt de auteur hoe deze benadering past in het leerstuk van de afgeleide schade en zoomt hij nader in op de manier waarop de Ondernemingskamer de uitkoopprijs vaststelde in deze uitkoopprocedures.
Onderneming en Financiering |
|
Practice | De uitkoopprocedure en afgeleide schadeBillijke verhoging in de uitkoopprocedure: the law is on the move |
Trefwoorden | prijsvaststelling, vordering, Xeikon, Sirowa, uitkoopprijs |
Auteurs | Mr. O. Danismant |
DOI | 10.5553/OenF/157012472020028003007 |
Auteursinformatie |