-
Samenvatting
De op 1 juli 2015 ingevoerde Wet werk en zekerheid is de grootste operatie op het terrein van het ontslagrecht in jaren. De wijzigingen die deze wet meebrengt, hebben ook gevolgen voor de juridische positie van de statutair bestuurder, die immers veelal (tevens) in een arbeidsrechtelijke betrekking tot de vennootschap staat. Hoewel van een revolutie niet te spreken is, dient men in de praktijk rekening te houden met een gewijzigd speelveld. De auteurs gaan in hun artikel in op de belangrijkste wijzigingen, zoals het verplichte grondenstelsel voor ontslag, de opzegverboden, de herplaatsingsplicht en de ontslagvergoeding. Ook wordt bezien of de leer uit de 15 april-arresten nog (onverkort) geldt.
Inhoud
- 1 Inleiding
- 2 Wwz: nieuw systeem, verschillen en overeenkomsten met de gewone werknemer
- 3 Ontslag van de bestuurder – de 15 april-arresten en de uitzondering van de opzegverboden
- 4 Schorsing gedurende de opzegtermijn – wel of geen loon?
- 5 Redelijke grond voor ontslag en herplaatsing
- 6 Vergoeding bij ontslag
- 7 Conclusie
- ↑ Naar boven
Onderneming en Financiering |
|
Case | De statutair bestuurder in de Wet werk en zekerheid |
Trefwoorden | statutair bestuurder, ontslagrecht, arbeidsovereenkomst, Wet werk en zekerheid |
Auteurs | Prof. mr. R.M. Beltzer en Mr. R.D. Rietveld |
DOI | 10.5553/OenF/157012472016024002002 |
Auteursinformatie |