-
Samenvatting
Bij de uitleg van het Weens Koopverdrag zijn rechters verplicht, op grond van art. 7 lid 1 CISG, om rekening te houden met uitspraken van buitenlandse rechters. Het verdrag moet immers uniform geïnterpreteerd worden. Dit houdt onder meer in dat uitspraken waaraan persuasive authority toekomt door andere rechters gevolgd moeten worden. In de Machinery case uit 2001 overweegt het Duitse Bundesgerichtshof dat algemene voorwaarden in beginsel slechts onderdeel van een overeenkomst kunnen uitmaken indien deze voorwaarden voorafgaand aan of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij ter hand zijn gesteld. Mijns inziens komt aan deze uitspraak persuasive authority toe. Het is daarom volkomen terecht dat Nederlandse rechters deze uitspraak volgen. Dit laat onverlet dat de toepasselijkheid van algemene voorwaarden op grond van het Weens Koopverdrag ook kan voortvloeien uit onderhandelingen of uit tussen partijen ontstane gebruiken.
Contracteren |
|
Praktijk | Reactie op T.H.M. van Wechem en J.H.M. Spanjaard, De toepasselijkheid van algemene voorwaarden onder het Weens Koopverdrag: nieuwe trend in de Nederlandse (lagere) rechtspraak?, Contracteren 2010/1, p. 34-38 |
Trefwoorden | Weens Koopverdrag, algemene voorwaarden, toepasselijkheid en terhandstelling |
Auteurs | Mr. dr. S.A. Kruisinga |
Auteursinformatie |