-
Samenvatting
In eerste aanleg wordt zelden een voldoende gemotiveerd verweer gevoerd tegen een gevorderde uitvoerbaarverklaring bij voorraad, die dan ook meestal wordt toegewezen. Een vervolgens ingezette executie van dat eerste aanlegvonnis kan worden geschorst indien hoger beroep is ingesteld. Dit artikel geeft een overzicht van de historische achtergronden van deze schorsing en een overzicht van de jurisprudentie ter zake een gevorderde schorsing. Bij de beantwoording van de vraag of een dergelijke schorsing van de executie wordt gegeven, vindt een belangenafweging plaats, waarbij het belangrijk is dat sprake is van een nieuw feit.
Inhoud
- 1. Berouw komt na de zonde
- 2. Enkele historische opmerkingen over art. 55 Rv
- 3. Enkele historische opmerkingen over art. 272 Rv
- 4. De rechtspraak over art. 351 Rv-Ned en art. 272 Rv
- 5. Belangenafweging, novum en de kans dat het hoger beroep succes heeft
- 6. Enkele losse processuele opmerkingen
- 7. Conclusie
- ↑ Naar boven
Caribisch Juristenblad |
|
Artikel | De schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis op de voet van art. 272 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering |
Trefwoorden | schorsing, executie, art. 272 Rv |
Auteurs | Mr. J.R. Sijmonsma |
Auteursinformatie |