-
Samenvatting
In recente arresten heeft het Hof van Justitie uitgemaakt dat als een land door middel van een nationaliteits- of woonplaatseis de toegang tot zijn stelsel beperkt, ook niet-economisch actieven deze eisen kunnen aanvechten op grond van de bepaling van het Europees burgerschap. Wel mogen lidstaten bepaalde goed beargumenteerde beperkingen stellen voor personen met een vreemde nationaliteit, zoals dat men vijf jaar in Nederland heeft gewoond voordat men recht heeft op studiefinanciering. Nu rijst een aantal vragen. Hoe kan het dat de bepaling van het Europees burgerschap een dergelijk effect heeft? Zijn er nog verschillen tussen economisch actieve en niet-actieve burgers? Is de jurisprudentie over het burgerschap geen bedreiging voor nationale welvaartsstaten? Deze vragen worden in deze bijdrage behandeld. Daarbij komt ook het recente arrest Europese Commissie tegen Nederland (C-542/09) aan de orde.
Inhoud
- 1 Marktburgers en sociale burgers
- 2 Lidmaatschapsvoorwaarden voor sociale stelsels
- 3 Toegang tot socialezekerheidsuitkeringen voor marktburgers
- 4 Toegang tot sociale voordelen voor marktburgers
- 5 Europees burgerschap
- 6 Mag de ‘integratie’-eis nu ook gesteld worden aan marktburgers?
- 7 Conclusies
- ↑ Naar boven
Arbeidsrechtelijke Annotaties |
|
Artikel | EU-burgerschap en toegang tot sociale voordelen over de grensIs er verschil tussen marktburgers en sociale burgers? |
Trefwoorden | Europees burgerschap, non-discriminatie, sociale voordelen, economisch niet-actieven, objectieve rechtvaardigingsgrond |
Auteurs | Prof. mr. F.J.L. Pennings |
Auteursinformatie |