-
Samenvatting
De Hoge Raad heeft in het arrest ABVAKABO/Unieke Kinderopvang geoordeeld dat een nieuwe minimum-cao geen einde maakt aan de nawerking van gunstigere arbeidsvoorwaarden uit de oude cao voor de gebonden werknemer. Het arrest past in de lijn van voorgaande arresten en literatuur waarbij de permanente doorwerking van de cao in de individuele arbeidsovereenkomst is aangenomen. De rechtsregel is ook toepasbaar op de ongebonden werknemer. Tegelijkertijd heeft het arrest een stapeleffect van de gunstigste arbeidsvoorwaarden tot gevolg. Betoogd wordt dat dit was voorkomen wanneer de Hoge Raad eerder tijdelijke nawerking als uitgangspunt had genomen. Nu echter van permanente nawerking wordt uitgegaan, wordt onderzocht welke oplossingen mogelijk zijn.
Inhoud
- 1 Inleiding
- 2 Feiten en procesverloop
- 3 Cassatiemiddel, conclusie A-G Spier en arrest Hoge Raad
- 4 Collectieve actie
- 5 De literatuur en de Hoge Raad over het leerstuk van de nawerking
- 6 Het open einde van de nawerking: de gevolgen van het arrest voor de gebonden en ongebonden werknemer
- 7 Implicaties van het arrest, kritiek en oplossingen voor gesignaleerde problemen
- 8 Conclusie
- ↑ Naar boven
Arbeidsrechtelijke Annotaties |
|
Jurisprudentie | Nawerking van gunstigere cao-bepalingenHR 8 april 2011, JAR 2011/135 (ABVAKABO/Unieke Kinderopvang BV) |
Trefwoorden | cao, nawerking, minimum-cao, collectieve actie |
Auteurs | mr. C.W.G. Rayer |
Auteursinformatie |