In het Kelderluik-arrest uit 1965 heeft de Hoge Raad een viertal gezichtspunten geformuleerd die van belang (kunnen) zijn bij de beantwoording van de vraag of sprake is van onrechtmatige gevaarzetting. Veertig jaar later, in het arrest Bayar/Wijnen, heeft de Hoge Raad deze factoren herhaald en daaraan een gezichtspunt toegevoegd in een geval waarin het ging om een werknemer die bij het werken met een gevaarlijke machine letsel had opgelopen. In dit artikel wordt ingegaan op de manier waarop invulling aan de verschillende gezichtspunten (en enkele andere relevante omstandigheden) wordt gegeven. De toepassing van de gezichtspunten bij op artikel 6:162 BW en artikel 7:658 BW gebaseerde vorderingen lijkt veel op elkaar. Een opvallend verschil is echter dat het enkele feit dat het bij artikel 7:658 BW om aansprakelijkheid van de werkgever gaat, van groot belang is voor de strengheid waarmee toepassing aan de Kelderluik-factoren en andere (mogelijk) relevante omstandigheden wordt gegeven. Daar waar de Kelderluik-factoren bij artikel 6:162 BW (in beginsel) een neutraal karakter hebben, wijzen zij bij artikel 7:658 BW veel meer in de richting van een bevestigende beantwoording van de aansprakelijkheidsvraag. De context waarbinnen een bepaalde schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan, is dan ook van grote invloed op de wijze waarop de verschillende factoren worden ingekleurd. In deze bijdrage komen ook andere overeenkomsten en verschillen tussen toepassing van artikel 6:162 BW en artikel 7:658 BW aan bod. |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties |
Artikel |
Ontslagrecht in het Koninkrijk der Nederlanden (2) |
Trefwoorden | ontslagrecht, concordantiebeginsel, Antillen, Aruba, arbeidsrecht, Koninkrijk der Nederlanden, doorwerking, Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden |
Auteurs | Mr. F.M. Dekker |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties |
Jurisprudentie |
Een uitgelezen uitgever geeft vooral geld uitOK 27 mei 2010, LJN BM5928, JAR 2010/181 |
Trefwoorden | enquêterecht, toetsing bij enquêterecht in vergelijking tot toetsing bij medezeggenschapsrecht, strategische aspecten van een zogeheten LBO, ondernemingsraad |
Auteurs | Mr. R.A.A. Duk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties |
Jurisprudentie |
Discriminatie, directe werking van rechtsbeginselen en doorwerking van richtlijnenHvJ EU 19 januari 2010, zaak C-555/07 (Seda Kücükdeveci/Swedex GmbH & Co KG) |
Trefwoorden | doorwerking van Europees recht, algemene beginselen van Europees recht, leeftijdsdiscriminatie, horizontale werking van richtlijnen, objectieve rechtvaardiging van discriminatie |
Auteurs | Mr. D.F. Berkhout |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties |
Discussie |
Naschrift van Verburg bij de reactie van Heinsius op de annotatie van het Akavan-arrest in ArA 2010/1 |
Trefwoorden | medezeggenschap collectief ontslag, richtlijnconformiteit, raadpleging, concernverhouding, Akavan/Fujitsu Siemens |
Auteurs | Prof. mr. L.G. Verburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties |
Hoofdartikel |
Ontslagrecht in het Koninkrijk der Nederlanden (1) |
Trefwoorden | ontslagrecht, concordantiebeginsel, Antillen, Aruba, arbeidsrecht, Koninkrijk der Nederlanden, doorwerking, Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden |
Auteurs | Mr. F.M. Dekker |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties |
Artikel |
De werkgever en het kelderluikOver toepassing van de Kelderluik-criteria bij artikel 7:162 en artikel 7:658 BW |
Trefwoorden | gezichtspunten, Kelderluik-factoren, Bayar/Wijnen, werkgeversaansprakelijkheid, onrechtmatige daad, context |
Auteurs | Mr. J.P. Quist |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties |
Jurisprudentie |
Het moment van de raadpleging van werknemersvertegenwoordigers op grond van de richtlijn collectief ontslagHof van Justitie EG 10 september 2009, C-44/08, JAR 2009/252 en RAR 2009/157 (Akavan Erityisaloyen Keskusliitto AEK ry e.a./Fujitsu Siemens Computers Oy) |
Trefwoorden | tijdige raadpleging van werknemersvertegenwoordigers bij collectief ontslag, toerekening van besluitvorming, Wet melding collectief ontslag, welke ontslagen tellen mee voor de ondergrens van twintig ontslaggevallen |
Auteurs | Prof. mr. L.G. Verburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Akavan-arrest geeft het Hof van Justitie EG een richtsnoer voor het bepalen van het moment van de raadpleging van werknemersvertegenwoordigers op grond van de Richtlijn Collectief Ontslag (98/59/EG). Deze richtlijn spreekt over het overwegen tot collectief ontslag over te gaan en over tijdige raadpleging. Dat zijn zeker binnen concernverband begrippen die door jurisprudentie nader moeten worden ingekleurd. Het Europese Hof vindt in dit arrest een werkbare oplossing. Het Hof maakt onderscheid tussen de fase waarin nog geen besluit is genomen (dan is raadpleging te vroeg), het moment waarop een strategisch of commercieel besluit is genomen dat de werkgever ertoe dwingt een collectief ontslag te overwegen (het moment waarop de raadpleging moet starten) en het moment waarop een besluit is genomen dat tot een collectief ontslag noodzaakt (dan is raadpleging te laat). De annotatie gaat op een en ander nader in. |