-
Samenvatting
De stelselherziening in het omgevingsrecht heeft consequenties voor de vormgeving van de nadeelcompensatieregeling in de Omgevingswet (Ow). Bij het opstellen van de nadeelcompensatieregeling in de Ow zijn door de minister drie fundamentele keuzes gemaakt, die afwijken van de keuzes die de Awb-wetgever in 2013 heeft gemaakt. De eerste keuze is dat art. 15.1 Ow een wettelijke, limitatieve lijst van schadeoorzaken bevat, waarop uitsluitend besluiten zijn vermeld die rechtstreeks bindend zijn voor burgers. Een tweede keuze is dat bij ‘indirecte schade’ de peildatum voor de schadevergoeding wordt verschoven van het omgevingsplan naar de verlening van de omgevingsvergunning of de start van de vergunningsvrije activiteit. Een derde keuze is dat in art. 15.5 t/m 15.7 Ow materiële bepalingen zijn opgenomen die afwijken van de in de jurisprudentie ontwikkelde criteria. Naar aanleiding van de consultatiereactie en het advies van de Raad van State worden deze keuzes in dit artikel nader besproken.
Inhoud
- 1 Inleiding
- 2 De verhouding tussen afdeling 15.1 Ow en titel 4.5 Awb
- 3 Noodzaak voor de verschuiving van de peildatum voor de schadevergoeding
- 4 Vergoeding van schaduwschade
- 5 Het doorschuiven van de aansprakelijkheid naar de start van een vergunningsvrije activiteit
- 6 Een vast forfait voor indirecte schade
- 7 Slotbeschouwing
- ↑ Naar boven
Tijdschrift voor Omgevingsrecht |
|
Article | Nadeelcompensatie onder de Omgevingswet: hoe een stelselherziening in het omgevingsrecht leidt tot een systeemwijziging van het nadeelcompensatierecht |
Trefwoorden | planschade, Omgevingswet, nadeelcompensatie |
Auteurs | Mr. dr. G.M. (Berthy) van den Broek |
DOI | 10.5553/TO/156850122018018004005 |
Auteursinformatie |