15701247_covr
Rss

Onderneming en Financiering

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 1, 2010 Alle samenvattingen uitklappen
Tijdschrift Onderneming en Financiering
Redactioneel

In dit nummer

Samenvatting

    In een redactioneel artikel geeft de redactie een toelichting op het tijdschriftnummer in kwestie.

Tijdschrift Onderneming en Financiering
Artikel

Bijdrage van ratingbureaus aan ontstaan kredietcrisis onderzocht

Doet de verordening inzake ratingbureaus genoeg om een nieuwe zeperd te voorkomen?

Trefwoorden credit rating agencies, CRA Verordening, mortgage-backed securities, kredietbeoordelaars, securitisatie
Auteurs Mr. B.A. Boersma
SamenvattingAuteursinformatie

    In dit artikel wordt stilgestaan bij de opkomst van kredietbeoordelaars in Europa en hun belangrijkste werkzaamheden. In dit kader wordt ingegaan op de redenen voor het overschatten van de kredietwaardigheid van gestructureerde financieringsinstrumenten door ratingbureaus en de negatieve bijdrage die dat heeft geleverd aan het ontstaan van de kredietcrisis. Tevens wordt de CRA Verordening besproken en wordt gekeken of ratingbureaus in Nederland aansprakelijk kunnen worden gehouden voor gebrekkige kredietbeoordelingen. Het artikel wordt afgesloten met een bespreking van een mogelijke aanvulling op de CRA Verordening, te weten het oprichten van een communautair ratingbureau voor het beoordelen van gestructureerde financieringsinstrumenten.


Mr. B.A. Boersma
Mr. B.A. Boersma is advocaat bij Loyens & Loeff te Amsterdam.
Tijdschrift Onderneming en Financiering
Artikel

Aansprakelijkheid op grond van de 403-verklaring

Een bespreking van enkele aspecten van de 403-verklaring aan de hand van de Jones Lang LaSalle-uitspraak

Trefwoorden 403-verklaring, concernverband, concernrecht, Jones Lang LaSalle-zaak, aansprakelijkheid
Auteurs Mr. B. Niels
SamenvattingAuteursinformatie

    In het huidige economische klimaat zal de belangstelling van zowel crediteuren als hoofdelijke debiteuren voor de aansprakelijkheid op grond van een 403-verklaring ongetwijfeld toenemen. Uit de praktijk en uit de rechtspraak blijkt echter dat nog de nodige onduidelijkheid bestaat over de uitleg van artikel 2:403 BW en de reikwijdte van de gedeponeerde 403-verklaring, waardoor enerzijds de moeder aansprakelijk kan zijn zonder dat het noodzakelijk is en anderzijds de dochter in strijd met de wettelijke regelgeving geen jaarrekening kan hebben gepubliceerd. Ook wordt regelmatig door de moeder vergeten de verklaring ten behoeve van een inmiddels verkochte dochter in te trekken en de aansprakelijkheid te beëindigen. In dit artikel wordt aan de hand van de recente Jones Lang LaSalle-zaak de problematiek met betrekking tot de 403-verklaring besproken.


Mr. B. Niels
Mr. B. Niels is advocaat bij Allen & Overy LLP te Amsterdam.
Tijdschrift Onderneming en Financiering
Artikel

De aftrek van rente in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 ter discussie

Trefwoorden Wet Vpb 1969, vennootschapsbelasting, renteaftrek, renteaftrekbeperkingen, private equity
Auteurs Prof. dr. J.N. Bouwman
SamenvattingAuteursinformatie

    Sinds de invoering van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Wet Vpb 1969) zijn in toenemende mate inbreuken gemaakt op de regel dat verschuldigde rente aftrekbaar is. Ook recent is er discussie ontstaan over de mogelijkheid betaalde rente in mindering te brengen voor de vennootschapsbelasting en wordt de roep gehoord om nog verdergaande renteaftrekbeperkingen. In deze bijdrage wordt getracht een antwoord te geven op de vraag of deze roep vanuit een fiscaaljuridische invalshoek terecht is. Daartoe wordt allereerst het thans in de Wet Vpb 1969 bestaande regime voor betaalde rente geschetst en geanalyseerd om zicht te krijgen op de beweegredenen die tot nu toe ten grondslag hebben gelegen aan de behandeling van renteaftrek in de Nederlandse vennootschapsbelasting. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de overnamepraktijken van private-equityfondsen. Ten slotte wordt een alternatief besproken waarbij het aantal renteaftrekbeperkingen in de Wet Vpb 1969 wordt verminderd, maar de afgetrokken rente wel in Nederland wordt belast.


Prof. dr. J.N. Bouwman
Prof. dr. J.N. Bouwman is hoogleraar Algemeen Belastingrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Tijdschrift Onderneming en Financiering
Artikel

Schuldverrekening in het fiscale invorderingsrecht

Trefwoorden verrekening van schulden en vorderingen, invordering, faillissement, fiscale eenheid
Auteurs Mr. M.J. Boer
SamenvattingAuteursinformatie

    In dit artikel wordt stilgestaan bij de verrekening van belastingteruggaven en belastingschulden op grond van artikel 24 IW. Aan bod komen onder andere de achtergrond van dit specifieke fiscaaljuridische verrekeningsregime, de verhouding tussen artikel 24 IW 1990 en het civieljuridische verrekeningsregime zoals opgenomen in artikel 6:127 e.v. BW en artikel 53 Fw. Het belang van het fiscale verrekeningsregime van artikel 24 IW 1990 komt vooral tot uitdrukking bij aanwezigheid van een fiscale eenheid in de zin van artikel 15 Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Daarom wordt specifieke aandacht besteed aan de toepassing van artikel 24 IW 1990 bij aanwezigheid van een dergelijke fiscale eenheid.


Mr. M.J. Boer
Mr. M.J. Boer is als postdoc verbonden aan de vakgroep belastingrecht van de Rijksuniversiteit Groningen.
Tijdschrift Onderneming en Financiering
Artikel

Handhaving van IFRS, er is nog ruimte voor verbetering

Trefwoorden IAS-Verordening, IAS, financiële verslaggeving, verslaggevingsregels
Auteurs Mr. drs. H.K.O. Reimers
SamenvattingAuteursinformatie

    Per 2005 is de toepassing van IAS/IFRS verplicht voor de geconsolideerde jaarrekening van effectenuitgevende instellingen in de EU . De grondslag hiervoor ligt in de IAS-Verordening 1606/2002/EG. De doelstellingen van de IAS-Verordening zijn verbetering van de vergelijkbaarheid en transparantie van financiële verslaggeving. Om dit te bereiken, worden in de literatuur drie voorwaarden genoemd: (1) kwalitatief hoogwaardige standaarden, (2) dwingende regelgeving en (3) effectief toezicht. In deze bijdrage worden deze drie voorwaarden besproken. Daarnaast wordt stilgestaan bij de vraag of de doelstellingen van de IAS-Verordening zijn bereikt en op welke punten verbetering gewenst is.


Mr. drs. H.K.O. Reimers
Mr. drs. H.K.O. Reimers AA CPA is advocaat bij Nauta Dutilh N.V. te Rotterdam en bestuurslid van de NOvAA.